Zomeroverpeinzingen deel 1
Door Jethro Vrouwenfelder
De zomerperiode is voor veel mensen een periode waarin tijd en ruimte beschikbaar zijn voor allerhande overpeinzingen. Zo ook voor mij. In dit artikel volgen er enkele rond het thema samenwerken in de strijd tegen witwassen. Wat zou er op dit vlak in een ideale wereld mogelijk zijn?

Dit artikel is bedoeld als uitnodiging aan iedereen met interesse in dit onderwerp om te reageren op de beschreven ‘zomeroverpeinzingen’.
Vooraf alvast een disclaimer: de dagelijkse praktijk is flink weerbarstiger dan een ‘ideale wereld’. Toch kan een stap buiten de praktijk van alledag helpen om nieuwe paden te ontdekken. Het uitgangspunt bij dit artikel is daarom het denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Om met Einstein te spreken: ‘We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them’.
Aanleiding: recente witwaspublicaties
Wat was er veel te lezen over (de strijd tegen) witwassen in de afgelopen periode. Rijp en groen door elkaar geef ik enkele voorbeelden.
De Algemene Rekenkamer ‘concludeert dat de aanpak de afgelopen jaren betekenisvol is verbeterd en ziet tegelijkertijd ook kansen om witwassen effectiever te bestrijden. De Financial Intelligence Unit (FIU), de opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie functioneren nog niet optimaal. Zij kunnen niet garanderen dat de meest risicovolle signalen van witwassen nader onderzocht en uiteindelijk worden vervolgd’ [1].
In een advies stelt de Raad van State dat het bij gegevensuitwisseling ten behoeve van gezamenlijke monitoring de vraag is ‘of het doel de middelen die worden voorgesteld, wel heiligt’ [2].
Follow the Money legt in het artikel ‘Anti-witwasbeleid kost miljarden en levert weinig op’ een interessante vraag op tafel: ‘ Waarom is iedereen ontevreden, behalve de overheid zelf?’ [3].
In een lezenswaardige analyse van de contracteerplicht en afscheidsplicht van financiële instellingen is advocaat Frank ’t Hart stellig:
‘Het is kiezen of delen: of het belang van toegankelijke financiële dienstverlening prevaleert of het belang van de bestrijding van financieel economische criminaliteit en in dat laatste geval moet maatschappelijk geaccepteerd worden dat niet iedereen financiële diensten kan afnemen (met alle gevolgen van dien) en dat cliënten dienen bij te dragen aan de kosten van deze bestrijding’ [4]
Naar aanleiding van onder meer het advies van de Raad van State heeft het Institute for Financial Crime (IFFC) opgeroepen om te komen tot een Nationaal Akkoord Financiële Veiligheid. Zie ook het artikel dat ik daarover samen met IFFC medebestuurslid en directeur Martin van Manen schreef. [5]
Zomeroverpeinzing 1 - Van data delen naar het delen van effectieve analyses
Het is nog onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn van het advies van de Raad van State voor bijvoorbeeld initiatieven waarbij gepseudonimiseerde of geanonimiseerde data worden gedeeld en geanalyseerd. Om hierop te anticiperen is het interessant om een heel andere denkrichting te verkennen. Veel partijen die betrokken zijn bij de strijd tegen witwassen hebben binnen hun eigen organisatie krachtige modellen ontwikkeld om de (transactie)gegevens te monitoren op risicovolle, afwijkende patronen. Maak nu even de stap naar de ideale wereld. In die ideale wereld zijn bij alle betrokken partijen zogenoemde standaard ‘datablokken’ aanwezig. Dit zijn datasetjes (in de kern queries of views op de eigen data) die op zichzelf heel beperkt inzicht geven in financiële criminaliteit. Denk bijvoorbeeld aan een datablok voor industriegebieden, een datablok voor transacties met buitenlandse bankrekeningen, een datablok voor specifieke SBI-codes uit het Handelsregister en een datablok voor contant geld transacties. Door de datablokken van die organisaties te combineren is het al mogelijk om een meer effectieve risico-inschatting te maken en om dus meer relevante cases te (laten) onderzoeken. Onthoud die ideale wereld. Alle partijen hebben dus dezelfde, gestandaardiseerde, datablokken die ze uit hun eigen systemen ‘filteren’. Vanuit een centrale coördinatie kunnen de betrokken partijen analyses maken van combinaties van datablokken. Bijvoorbeeld datablok 1, datablok 3 en datablok [n]. Als deze combinatie bij de verschillende partijen tot weinig resultaat leidt, is het wellicht niet zinvol om hier gezamenlijk meer tijd in te steken. Als er door verschillende partijen concrete hits (in aantallen, niet in specifieke cases) worden gerapporteerd, is dat wellicht een interessant thema om nader gezamenlijk (de private en publieke spelers in de keten) op te pakken.
In de hier beschreven ideale wereld is sprake van een centrale gestandaardiseerde definitie van de datablokken die alle betrokken partijen binnen hun eigen organisatie paraat dienen te hebben. Ook is er een centrale coördinatie van de uit te voeren analyses (lees: slimme combinaties van datablokken). Als er dan ook nog terugkoppeling is van de individuele resultaten die kan leiden tot aanpassing van datablokken of analyses, is de cirkel weer rond. De datablokken en analyses worden daarmee steeds effectiever en waardevoller voor de strijd tegen witwassen.
Is dit alleen haalbaar in een ideale wereld? Nee hoor, er zijn al partijen in de markt die werken aan softwareoplossingen die een variant zijn op het hier beschreven thema.
Zomeroverpeinzing 2 – Een Nationaal Financial Crime Centrum
Naar goed voorbeeld van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) zou een Nationaal Financial Crime Centrum (NFCC) kunnen worden opgezet. Dit NFCC fungeert als centraal kennis- en signaleringscentrum ten aanzien van ‘dreigingen’ van Financial Crime.
De uitgangspunten van het NFCC zouden grotendeels in lijn kunnen zijn met de uitgangspunten van het NCSC. Denk dan aan:
Het identificeren en duiden van risico’s en trends. De verzamelde kennis is breed toegankelijk. Bij ernstige incidenten worden partijen actief ingelicht, bijvoorbeeld met alerts.
Het verbinden van partijen, kennis en informatie.
Het voorkomen van maatschappelijke schade en het beperken van dreigingen, bijvoorbeeld door het geven van vakkundige ondersteuning en advies.
Het ondersteunen in crisissituaties.
Centrale coördinatie van de in Zomeroverpeinzing 1 vermelde datablokken en -analyses.
In de kern kunnen zowel cyber security als financieel economische criminaliteit een dreiging vormen voor de veiligheid, dus waarom niet ook een centraal centrum inrichten voor de financiële veiligheid?
Zomeroverpeinzing 3 – Een Nationaal Fonds Financiële Veiligheid
Initiatieven zoals hiervoor beschreven kosten geld. En juist in samenwerkingen kan dat leiden tot scheve verhoudingen. Als de ene partij bereid is om meer te investeren dan andere partijen, kan dat mogelijk leiden tot een verstoring van de verhoudingen. Om de discussie over investeren overzichtelijk te maken en los te koppelen van de bereidwilligheid van deelnemende partijen om te investeren, zou een Nationaal Fonds Financiële Veiligheid in het leven kunnen worden geroepen. Deelnemende partijen, zowel publiek als privaat, storten jaarlijks een vaste bijdrage (al dan niet als percentage van een nader te bepalen grondslag) in het Fonds. Vanuit dat fonds worden vervolgens de samenwerkingsinitiatieven bekostigd.
Jouw overpeinzingen?
In dit artikel zijn zomaar enkele denkrichtingen opgeschreven. Wat zou het aardig zijn om de (on)mogelijkheden verder te verkennen.
Wellicht zijn er onder de lezers meer zomeroverpeinzingen. Wees dan van harte uitgenodigd om deze te delen. En onthoud: we denken vanuit een ideale wereld zonder beperkingen.
Er zullen ongetwijfeld veel beren op de weg te verzinnen zijn. Maar laat dat in deze zomerperiode geen belemmering zijn om te denken (of is het dromen?) in mogelijkheden. Om maar weer een citaat te gebruiken, deze keer van Winston Churchill: ‘You will never reach your destination if you stop and throw stones at every dog that barks’ .
Ik kijk uit naar andere zomeroverpeinzingen en wens iedereen een fijne vakantie!
Wil jij, of jouw organisatie deelnemen aan de voorbereiding van een Nationaal Akkoord Financiële Veiligheid vul dan hier het contact formulier in.